Featured image of post Het is de toon die de muziek maakt - ervaringen uit de forensische zorg.

Het is de toon die de muziek maakt - ervaringen uit de forensische zorg.

Een korte anekdote uit mijn tijd in een forensisch psychiatrische afdeling, om te schetsen hoe belangrijk bejegening is in dit vakgebied (èn daarbuiten)

Ik sta in de centrale hal van Wier Plus, de forensisch psychiatrische afdeling (FPA) van mijn werk. Voor de deur stopt een busje van DV&O. (Kort voor ‘Dienst Vervoer & Ondersteuning’, een dienst die verdachten en gedetineerden vervoert). Er stappen twee brede mannen uit in uniform. Ze helpen een tanige jongen van halverwege de twintig uitstappen. Het blijkt Mohammed el Asri* te zijn, een van onze cliënten.

Hoewel ik niet op zijn afdeling werk, ken ik hem wel vanuit de wandelgangen. Ik weet dat hij is opgegroeid in een wereld waarin geweld, drank en agressie aan de orde van de dag waren.  Hoewel hij klein is van postuur, gaat er een flinke dreiging van hem uit: hij kijkt fel uit zijn ogen en maakt zich doorgaans zo groot als hij kan. Als hij zich onheus bejegend voelt (of zelfs ‘verkeerd’ aangekeken wordt), kan hij daar erg fel op reageren. Hij verheft snel zijn stem, scheld en dreigt met fysiek geweld. Al met al niet direct een jongen waar ik me snel bij op je gemak voel. Dat gevoel wordt versterkt door de laatste keer dat ik hem zag, twee weken terug. Na een gesprek met zijn behandelaar liep hij woest briesend over de gang, schreeuwend en dreigend tegen iedereen. Hij had een time-out gekregen (terug naar de gevangenis voor 2 wkn) na het overtreden van diverse regels bij ons. Uit boosheid smeet hij een open pak sap tegen een binnenmuur aan. De vlekken zijn nog steeds te zien.

Terug naar die aankomsthal. De twee bewakers proberen Mohammed te begeleiden door de dubbele sluisdeur.  Mohammed heeft een norse blik in zijn ogen. zijn houding is breed te noemen, alsof hij wil laten zien dat met hem niet zomaar te sollen valt. “We komen de heer el Asri afleveren”, zegt een van de bewakers op zakelijke toon tegen de medewerkster achter de balie. De medewerkster reageert snel. Op warme toon roept ze: “Héé Mo! Welkom terug jongen! Wat fijn dat je er weer bent!"

De sfeer verandert direct, wordt meer ontspannen. De bewakers krijgen een klein glimlachje op het gezicht. Ook Mohammed lijkt zich wat te ontspannen. Op zachte toon zegt hij “Hallo mevrouw. Ik ben ook blij dat ik weer terug ben.".


Dit kleine schouwspel, dat zich afspeelde in zo’n 30 seconden, bleef lang in mijn gedachten. Waarschijnlijk vooral omdat het zo veel verschillende emoties bij me opriep. De uitstraling en handelingen van de bewakers van DV&O wekken ontzag op. Het zien van Mohammed zorgt in eerste instantie voor wat afkeer bij me: z’n gedrag de laatste keer was heftig en ook z’n huidige houding bevalt me weinig. Ik verbaas me in eerste instantie dan ook over de hartelijke reactie van de baliemedewerkster. Als ik echter zie welk effect haar positieve reactie heeft, verander ik van mening. Haar manier van communiceren haalt veel spanning uit de lucht; bij mij, bij de bewakers èn bij Mohammed.

Hoe gek het misschien ook klinkt, de mini-interventie van deze baliemedewerkster ligt in de kern van dit werk. Door simpelweg een keuze te maken in hoe je iemand aanspreekt, kun je situaties beïnvloeden. De mensen waarmee ik werk zijn vaak gewend om op een negatieve manier behandeld te worden. In het geval van Mohammed waren een agressieve vader, een verslaafde moeder en een criminele grote broer zijn voornaamste voorbeelden. Ruzies ontstonden snel en werden met verbaal of fysiek geweld ‘opgelost’. “Aanval is de beste verdediging” zal Mohammed op een gegeven moment gedacht hebben om zich staande te houden in die onveilige omgeving.  Op een positieve manier benaderd worden is in het leven van mensen zoals Mohammed een zeldzaamheid. En precies daarom is het zo waardevol om dat wèl te doen!

  • De naam is fictief, natuurlijk. Uit privacy-overwegingen.
Gemaakt met Hugo
Theme Stack ontworpen door Jimmy